Deel deze spotlight

Klimaatakkoord Parijs 2050 – waar gáát dat nou eigenlijk over?

Tekst
BeeldXYTO Media

Het wordt, mede door menselijk handelen, steeds warmer op aarde. Deze trend valt niet langer te ontkennen. Dat onderschrijven ook de 174 landen die in december 2015 tot een klimaatakkoord komen dat uiteindelijk door maar liefst 195 landen wordt ondertekend. Het akkoord wordt gesteund door zowel rijke als arme landen en bestaat uit afspraken waarmee de uitstoot van broeikasgassen significant wordt teruggedrongen. De uitvoering van het akkoord begint in 2020. 

Internationale klimaatdoelen

Een gemiddelde temperatuurstijging van twee graden Celsius kan de klimaatsystemen op aarde ernstig kan verstoren. Daarom hebben alle deelnemende landen afgesproken dat de gemiddelde temperatuur op de aarde niet meer dan twee graden Celsius -en liever nog maximaal 1,5 graad Celsius- mag stijgen ten opzichte van het pre-industriële tijdperk.

Nationale klimaatdoelen

Nederland heeft de ambitie om in 2030 49% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. In 2050 moet het niveau 95% lager liggen dan in 1990. Daarnaast streeft de overheid naar een volledige CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050. In het ontwerp voor het Klimaatakkoord dat eind 2018 verscheen, staan afspraken met een vijftal sectoren over de manier waarop de klimaatdoelen kunnen worden behaald. Het bevat zeshonderd voorstellen voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. We hebben nog 31 jaar tot 2050. Op www.klimaatakkoord.nl staat dan ook dat aanpassingen niet op stel en sprong hoeven: het kan op momenten dat het goed uitkomt. 

Afspraken per sector

Elektriciteit

In 2030 komt 70 procent van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Dat gebeurt met windturbines op zee, op land en met zonnepanelen op daken en in zonneparken.

De vraag naar elektriciteit zal groeien: auto’s worden elektrisch, de industrie vervangt olie en gas door schone stroom en gebouwen gaan van het gas af en zullen meer stroom nodig hebben voor verwarmen en koken. Omdat de stroomvoorziening meer afhankelijk wordt van het grillige weer zijn veel maatregelen nodig om de levering betrouwbaar te houden.

Gebouwde omgeving  

In 2050 moeten zeven miljoen woningen en één miljoen gebouwen van het aardgas af. Dat betekent isoleren en gebruikmaken van duurzame warmte en elektriciteit. In 2030 moeten de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn. Dat gaat wijk voor wijk, maar wel in een steeds hoger tempo. De gemeentes weten precies welke wijk, wanneer aan de beurt is en bewoners worden daarbij betrokken. Het is de bedoeling dat de investering in verduurzaming betaald kan worden uit de opbrengst van een lagere energierekening. 

Industrie

In 2050 is de industrie circulair en stoot vrijwel geen broeikasgas meer uit. De fabrieken draaien dan op duurzame elektriciteit uit zon en wind of energie uit aardwarmte, waterstof en biogas. De grondstoffen komen uit biomassa, reststromen en -gassen. De restwarmte gebruikt de industrie zelf of levert die aan de tuinbouw of gebouwen en woningen. De industrie is dan naast gebruiker van energie ook producent van energie.

In 2030 moet de industrie al flink minder CO2 uitstoten. Dat is een tussenstap op weg naar volledige duurzaamheid. Veel van de nieuwe manieren van produceren staan nog in de kinderschoenen en zijn nog te duur. Veel bedrijven investeren al zelf, er is echter ook subsidie beschikbaar om de ontwikkeling op gang te krijgen. Op die manier kan de industrie uitgroeien tot de meest CO2-efficiënte industrie in Europa en wel op een manier die de internationale concurrentiepositie niet in gevaar brengt.

Mobiliteit

In 2050 is de sector emissieloos en van hoge kwaliteit. Hiervoor zijn nog niet alle oplossingen voorhanden. Neem het vrachtvervoer: het moet schoner, slimmer en dus anders. Hierover zijn tientallen afspraken gemaakt tussen betrokken partijen en de overheid. Die zorgen dat er voor 2030 structurele veranderingen in gang worden gezet. Elektrisch rijden is daarbij belangrijk.

Landbouw

Om in 2050 in de landbouw en met landgebruik klimaatneutraal te zijn, moet er veel gebeuren. Een deel van de uitstoot van broeikasgas is namelijk niet te vermijden. Koeien produceren methaan. Uit kunstmest komt lachgas, een broeikasgas, vrij. De sector legt daarentegen ook CO2 vast: in bomen, de bodem en gras. Dat draagt weer bij aan de reductiedoelstelling.

Bij de aanpak hebben vele partijen een rol. Dan gaat het om boeren, tuinders en terreinbeheerders. Maar ook voedselverwerkers, toeleveranciers, supermarkten en maatschappelijke organisaties (ngo’s) spelen een rol. Alle partijen gaan samen aan de slag om de uitstoot van broeikasgas te verminderen en de opslag van CO2 te vergroten.

Zoals verwacht zijn er ook randvoorwaarden: er moeten genoeg voedsel en gewassen geproduceerd worden, met behoud van de biodiversiteit. En niet onbelangrijk: de sector moet economisch gezond blijven.

Wat levert het op?

Naast de immense voordelen voor onze aarde, levert het Klimaatakkoord ook op kleinere schaal voordelen op:

·        schonere (en stillere) steden

·        comfortabeler huizen

·        nieuwe banen

Volgens onderzoeksbureau ECN zorgt het Klimaatakkoord al in 2030 voor een toename van 42.000 tot 78.000 voltijdbanen. Met 24.000 fulltime banen is de groei in de installatiesector het grootst. Het is dan ook cruciaal dat er goed opgeleide technische vakmensen bij komen. Hierover zegt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: ‘We hebben véél meer technici nodig met green skills. Die kunnen we alleen opleiden als er meer aandacht en geld komt voor het technisch beroepsonderwijs.’ Reden genoeg voor Techniek Nederland om dit voorjaar een publiekscampagne te starten waarin de carrièrekansen in de technische sector nog eens extra onder de aandacht worden gebracht.

Tijdlijn Klimaatakkoord Nederland

In veel landen stond het klimaat ruim voor 2015 al op de agenda. Zo ook in Nederland. Een overzicht van de (inter)nationale afspraken rondom het klimaat tot nu toe. 

2011

Lokale Klimaat Agenda - rapport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu: hierin staat beschreven met welke acties gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk bepaalde nationale en Europese doelstellingen op het gebied van klimaat en duurzaamheid willen bereiken.

2013

September: Energieakkoord voor duurzame groei - dit akkoord sloot het rijk met onder meer werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties op initiatief van de SER. In het akkoord staan afspraken met doelen tot 2023. Het aandeel hernieuwbare energie in de totale nationale energieopwekking wordt 16% in 2023. Het akkoord levert 15.000 extra banen op en een lastenverlichting van € 900 miljoen.

Oktober: Klimaatagenda - in de Klimaatagenda staat hoe het rijk de klimaatverandering met andere partijen in binnen-en buitenland aanpakt.

2015

Internationaal Klimaatakkoord (Akkoord van Parijs) - de afspraken in dit akkoord sluiten goed aan op het Energieakkoord van 2013:

·        2020: 20% minder uitstoot van broeikas in Europa ten opzichte van 1990, 20% hernieuwbare energie en 20% energiebesparing.

·        2030: minstens 40% minder uitstoot van broeikasgas ten opzichte van 1990 en 27% hernieuwbare energie.

·        2050: 80-95% minder uitstoot van broeikasgas in 2050 ten opzichte van 1990.

2016

Januari: Energierapport 2016 - hierin zijn de energiedoelen na 2020 vastgelegd. In 2023 moet 16% duurzame energie worden opgewekt. De CO2-uitstoot moet in 2030 met 40% zijn gedaald op Europees niveau (vergeleken met 1990). En in 2050 met 80-95%. Het kabinet wil dit bereiken door:

  • op CO2-vermindering te sturen
  • het energieverbruik te verminderen
  • het aandeel hernieuwbare energie te vergroten.

De overheid wil nieuwe technieken en nieuwe manieren stimuleren om geld te verdienen met duurzame energie. Het moet helpen bij de omschakeling naar duurzame energie.

December: Energieagenda - hierin staat de route naar een CO2-arme energievoorziening in 2050.

2017

Akkoord energie-intensieve industrie – dit akkoord zal leiden tot een energiebesparing van 9 petajoule in 2020. Hiermee komt de energie-intensieve industrie tegemoet aan de verplichting uit het Energieakkoord uit 2013. Onder energie-intensieve industrie vallen onder meer bedrijven in chemie en metaal.

2018

Mei: verbod elektriciteitsproductie met kolen per 2030 - De twee oudste centrales in Nederland moeten eind 2024 al stoppen met elektriciteitsproductie door kolen.

Juni: voorstel Klimaatwet - GroenLinks, PvdA, SP, D66, ChristenUnie, VVD en CDA presenteren een voorstel voor de Klimaatwet. De Klimaatwet legt klimaatdoelstellingen wettelijk vast: 95% minder uitstoot in 2050 dan in 1990.

Juli: Hoofdlijnen Klimaatakkoord bekend - het Klimaatakkoord is een gezamenlijke uitwerking van de doelstelling van 49 minder CO2-uitstoot in 2030. Verschillende sectoren (elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, mobiliteit en landbouw) praten mee over concrete plannen.

Oktober: reactie kabinet op het voorstel Klimaatwet - deze reactie luidt de tweede ronde in van de gesprekken aan de vijf sectortafels van het klimaatoverleg.

December: Ontwerp Klimaatakkoord is gereed - de minister van Economische Zaken en Klimaat stuurt op 21 december 2018 de brief over het ontwerp naar de Eerste Kamer. Daarmee ligt er een omvangrijk samenhangend pakket waarmee Nederland in 2030 de uitstoot van CO2 met ten minste 49 procent kan terugdringen. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaan de afspraken doorrekenen.

2019

Maart: doorrekening CPB en PBL - Het PBL schrijft dat er grote onzekerheden zijn. Vooral bij de maatregelen die over uitstoot van industrie gaan is het onduidelijk of ze wel gaan werken. Het CPB rekent voor dat de kosten van het beleid in eerste instantie vooral terechtkomen bij bedrijven.

Maart: Kamerbrief met eerste reactie kabinet - Het kabinet heeft bij het Klimaatakkoord altijd de volgende uitgangspunten voor ogen gehad: het halen van de klimaatdoelstellingen, zorgen dat het voor huishoudens haalbaar en betaalbaar is en zorgen voor een faire verdeling van lasten tussen mensen en bedrijven. Het kabinet houdt vast aan deze uitgangspunten en zal de komende weken gebruiken om te komen tot een definitief pakket aan klimaatmaatregelen.

2030

Minstens 40% minder uitstoot van broeikasgas ten opzichte van 1990 en 27% hernieuwbare energie.

2050

80-95% minder uitstoot van broeikasgas in 2050 ten opzichte van 1990.

TEKST MARIEKE POOL ❱ FOTOGRAFIE PIXABAY

(bronnen: rijksoverheid.nl, klimaatakkoord.nl)

Gepubliceerd op9 juli 2019 om 16:48
Adres
Van Benthuizenlaan 1
1701BZ Heerhugowaard
Contact
Jolanda Eyzinga