STICHTING WOONBEDRIJF SWS.HHVL deed onderzoek naar hybride warmtepompen in combinatie met ZONNEPANELEN
Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl plaatste in het najaar van 2019 in veertig huizen in de Eindhovense wijk Rapenland een hybride warmtepomp in combinatie met zonnepanelen. Met deze proef wilde de woningcorporatie ervaring opdoen en onderzoeken of zij zo’n systeem op grote schaal kunnen inzetten. Een jaar na dato maakt de corporatie de resultaten bekend.
De veertig woningen in de Eindhovense wijk Rapenland zijn onderdeel van een proef van Woonbedrijf om ervaring op te doen en te onderzoeken of ze hybride verwarmingssystemen op grote schaal kunnen inzetten. De woningen zijn voorzien van een hybride warmtepomp, nieuwe gasgestookte cv-ketels en zonnepanelen. De warmtepomp verzorgt het grootste deel van de verwarming en op momenten dat de buitentemperatuur te laag wordt of de warmtevraag te groot is, springt de cv-ketel bij. De ketel produceert ook het warme tapwater. De zonnepanelen op het dak produceren jaarlijks ongeveer dezelfde hoeveelheid elektriciteit als het elektraverbruik van de hybride warmtepomp. Hiervoor worden minimaal zes panelen van 360 Wp per paneel per woning geplaatst. Woonbedrijf ziet de hybride installatie niet als einddoel, maar wel als tussenstap naar aardgasvrije woningen. ‘Hoewel misschien in de toekomst -in combinatie met groen gas- het systeem wel een 100 % duurzame oplossing kan zijn’, zegt Stan van den Thillart, manager vastgoedbeheer bij Woonbedrijf.
Criteria woningen voor hybride waterpomp
‘De veertig woningen in Rapenland waren bijzonder geschikt voor de proef met de hybride installatie,’ vertelt Van den Thillart. ‘Deze woningen komen uit de jaren 60/70 en zijn tien tot vijftien jaar geleden helemaal gerenoveerd, waarbij daken, vloeren en gevels inclusief de beglazing zijn geïsoleerd. Dit is een relatief goede basis voor de toepassing van dit systeem. De energieprestatie van de woningen is alleen nog niet optimaal, maar we gaan niet nu alweer extra isolatie aanbrengen om volledig over te kunnen gaan op all-electric. Vandaar dat deze woningen in aanmerking kwamen voor een hybride systeem. Daarbij is het ideale moment van installatie wanneer de ketel vervangen moet worden.’
Een bijkomend voordeel van deze woningen is dat deze woningen een overcapaciteit in het afgiftesysteem hebben. ‘Omdat de woningen nu beter geïsoleerd zijn, zijn de bestaande radiatoren groter dan noodzakelijk. Als gevolg daarvan kun je de woningen met een lagere temperatuur verwarmen en dat is precies wat zo’n hybride systeem doet. Het is een relatief goedkope en vooral praktische oplossing, omdat je alleen maar de cv-ketel hoeft te vervangen en er een hybride pomp naast te hangen.’
POSITIEVE RESULTATEN
De resultaten van het onderzoek zijn positief: het systeem presteert goed en de bewoners zijn tevreden. De zonnepanelen leveren nagenoeg overal voldoende elektriciteit om het verbruik van de hybride warmtepomp te compenseren, de warmtepomp heeft een seizoensrendement (sCOP) van 4,45 en de bewoners ervaren geen noemenswaardige geluidshinder van de buitenunits. ‘En daar waren we toch wel een beetje bang voor,’ geeft Van den Thillart toe. ‘In plaats daarvan merken we dat bewoners naast het financieel voordeel blij zijn dat ze met deze installatie actief hun steentje bijdragen aan een beter klimaat.’
INVLOED GEBRUIKERSGEDRAG
Toch is er nog ruimte voor verbetering: de warmtepomp draagt gemiddeld voor de helft bij aan het verwarmen van de woningen. Dat lijkt wat aan de lage kant, aangezien de cv-ketel pas bij temperaturen onder het vriespunt bij hoeft te springen. Volgens Van den Thillart is dit voornamelijk aan gebruikersgedrag toe te schrijven. ‘We zien bij woningen die we verduurzamen dat de bewoners het eerste jaar veel geld terugkrijgen van de energieleverancier. Maar daarna moeten ze vaak weer bijbetalen, want ze worden minder alert.’ Het stookgedrag en gebruik van de installatie kunnen daarbij van grote invloed zijn. ‘In tegenstelling tot een gewoon systeem met een radiator, kan je bij een hybride systeem niet zomaar ’s nachts de temperatuur flink terugdraaien,’ legt Van den Thillart uit. ‘Als de ochtend erna de thermostaat weer omhoog gaat, kan de warmtevraag ineens zo groot worden dat er met gas bijgestookt moet worden. We moeten meer gaan werken met energiecoaches om meer informatie te geven over het juiste gebruik van de installatie en bewustzijn te creëren om het stookgedrag te veranderen, zonder in te leveren op comfort.’
DOELSTELLINGEN ONDERZOEK
De doelen van het onderzoek kunnen in een aantal kernpunten worden opgesomd:
• Energiekosten besparen voor bewoners
• CO² besparen
• Een duurzame vervanger vinden voor de ongeveer 25.000 gasgestookte ketels die Woonbedrijf nu heeft
• Bewustwording van het energiegebruik bij bewoners zelf
• Kennis en inzicht opdoen in het gebruik van hybride installaties om zo informatie en het gebruik te verbeteren
• Het gebruik monitoren en bewoners adviseren.
ONDERZOEKSRESULTATEN
Een jaar na het ingebruikstellen van de installaties heeft Woonbedrijf van 27 woningen een volledige dataset van maart 2020 tot maart 2021.
• Woonbedrijf wilde een seizoensrendement (sCOP) behalen van minimaal 3,5. Deze is ruim behaald met gemiddeld 4,45
• De warmtepomp draagt voor gemiddeld 53% bij aan het verwarmen van de woning
• De extra elektriciteit die de warmtepomp verbruikt, wordt bij 26 woningen volledig gecompenseerd door de zonnepanelen
• Een behaalde CO² -reductie van meer dan 50%
• De huizen zijn gemiddeld van energielabel C naar A(+) gegaan
BEWONERSBELEVING
Eind maart van dit jaar heeft Woonbedrijf bij de bewoners gepeild hoe de hybride installatie bevalt. Voorlopig kan gesteld worden dat:
• Voor 69% van de ondervraagden de kostenbesparing de belangrijkste reden was om mee te doen
• Voor 67% de verwachting van de warmtepomp is waargemaakt en bij 11% is die overtroffen
• Voor 72% de verwachting van de zonnepanelen is waargemaakt en bij 11% is die overtroffen
• 67% tevreden tot zeer tevreden is met de opbrengst van de warmtepomp en de zonnepanelen. 17% heeft dit inzicht niet
• 36% een hoger comfort in huis ervaart en 50 % hetzelfde comfort als voorheen
• 67% geen overlast heeft van de buitenunit
• Degenen die wél overlast ervaren, geven aan dat de buitenunit veel kou afgeeft en de plaatsing bij de achterdeur niet fijn te vinden • 72% de installatie goed kan bedienen
• Er geen opmerkingen zijn over geluid
• 52% had niet meegedaan als ze een grotere eigen bijdrage hadden moeten leveren;
• 48% een grotere eigen bijdrage had betaald, zolang er een kostenbesparing op energie tegenover staat.
Het financiële voordeel moet groter zijn dan de eigen investering